Roemenië, onbekende aan de Zwarte Zee...

05/10/2004
🖋: 

Roemenië, eind juli, halfzeven ’s morgens. De zon komt aarzelend op boven de Zwarte Zee. Ongeveer negen van de 2600 deelnemers duiken in het – verrassend – warme water. Na een zes uur durende busreis, de weg van Boekarest tot aan het kampterrein zou niet misstaan in een of ander midden-Afrikaans safarigebied, is dit voor de Belgische delegatie het begin van het 7e ECOSY Summer Camp...

Voor de 7e keer bood ECOSY, de European Community Organisation of Socialistic Youth, socialistische jongeren vanuit heel Europa de mogelijkheid een week lang samen te zijn. Om te discussiëren over alle mogelijke politieke onderwerpen, debatten en workshops te volgen. Of om 's avonds na te kaarten bij een frisse Roemeense pint. Kortom, om elkaar (beter) te leren kennen... Na Griekenland (een IUSYkamp, mondiaal i.p.v. Europees) vorig jaar was dit keer Roemenië het gastland. Een land dat weinigen van ons iets zei, behalve dan de vage associaties met het voormalige Oostblok, de, ietwat vergrijsde, herinnering aan de volksopstand in Timisoara en de snelle ineenstorting van de Ceaușescu-dictatuur. Op dit moment streeft Roemenië vooral naar de vooropgestelde doelen om in 2007 de Europese Unie te kunnen vervoegen. Tijdens het kamp en de toespraak van Adrian Nastase, de president van Roemenië, is ons opgevallen dat het voornaamste doel economisch gericht is. De staatsschuld, het begrotingstekort, de corruptie. Allemaal zaken die zeer belangrijk zijn voor Brussel.

 

Het bereiken van de door de EU vastgestelde normen is voor Roemenië absoluut noodzakelijk. Het land is op zoek naar stabiliteit en probeert een gezond investeringsklimaat te creëren, zowel voor binnen- als buitenlandse ondernemingen.

 

Toch konden we ons niet van de indruk ontdoen dat de dagelijkse realiteit van een arm land op amper 2000 kilometer van één van de zes rijkste regio's van de wereld, ons eigen Belgenlandje, onder de mat werd geveegd. Er werd niet gesproken over de armoede, het vechten tegen de bierkaai om elke dag opnieuw te zorgen dat je eten en een onderkomen hebt. Ook niet over het leven in de metro, het bedelen, de snelle verspreiding van het HIV-virus. Zelfs over de wildgroei aan georganiseerde misdaad, drugs en de andere schaduwkanten van een grootstad werd met geen woord gerept. Toch was "een sociaal Europa" één van de grote thema's op dit kamp, samen met "de uitbreiding van de EU", "fair trade en globalisering", "Europa in je leven" en nog vele anderen. De grote themata kwamen vooral 's avonds in de debatten aan bod. Het hele kamp was politiek geladen. Op het strand, tijdens sportwedstrijden, op een feestje,... kregen deze discussies al snel een persoonlijke tint. Want praten met een Tsjech die de heropleving van zijn land na de splitsing, en naar de toetreding tot de EU zelf heeft meegemaakt, is toch heel anders dan er de kranten op naslaan.

 

Moe, maar voldaan, en met een hoop culturele bagage keerden we na een week terug richting België. De busrit duurde deze keer maar drie uur. Bleek dat de chauffeur van de heenrit netjes alle controleposten ontweken had en onze bijdrage voor de wegentol in eigen zak gestoken had...