De sfeer van mei ’68 leek afgelopen week weer even terug in Leuven. Zo veel studentenbetogingen op één week, dat was alweer een tijdje geleden in het Bologna aan de Dijle. De conferentie in Leuven en Louvain-la-Neuve bracht heel wat volk op de been. Zo ook misnoegde studenten uit alle uithoeken van Europa. In en rond Leuven werd er plots weer Frans gesproken. Ook andere talen als Italiaans, Spaans en Engels weergalmden door de straten rond het Ladeuzeplein. “Etudiants, pas contents”, “one world, one struggle” en “fare futuro” waren maar enkele van de leuzen die werden gescandeerd door de manifestanten. Men betoogde voor een verlaging, dan wel een volledige opheffing van de studiekosten. Enkelingen ijverden zelfs voor het ontslag van alle 46 onderwijsministers. Zonder succes.
De Leuvense ordediensten hadden echter hun voorzorgen genomen: op maandag werd er een hele perimeter rond de Grote Markt en de Universiteitshallen ingesteld, dinsdag werd de zone rond het Ladeuzeplein in quarantaine geplaatst. Helikopters cirkelden boven het plein, pantserwagens sjeesden door de straten, Friese ruiters dokkerden over de kinderkopjes, beknuppelde patrouilles marcheerden met luide trom en achter de hoek dook een waterkanon op. Piep.
Uiteindelijk bleef de schade binnen de perken. Op wat kleine incidentjes na – een enkele keer werd het waterkanon ingezet om een vijftigtal heethoofden uit elkaar te drijven – verliepen de betogingen in een serene sfeer.