Harmonisatie is een trend. Naast de eenmaking van de universiteiten in Antwerpen wordt volop gewerkt aan de creatie van een zogenaamd hoger Europese onderwijsruimte. Het plan hiervoor is samengevat in het Bologna-akkoord dat op 19 juni 1999 werd ondertekend door de onderwijsministers van 29 landen, waaronder ook België.
De Bologna-verklaring betekent een ingrijpende verandering in het onderwijssysteem. De huidige structuur (universiteiten en hogescholen) krijgt een nieuwe dimensie met de zogenaamde 3-5-8-structuur, naar Angelsaksisch model. Dit houdt in dat studenten een opleiding volgen van drie jaar die hen de titel van bachelor oplevert. Respectievelijk volgen een master (twee jaar extra, hoewel het ministerie vanwege budgettaire redenen alsnog voorstander is van slechts één extra jaar) en een doctoraat (PhD). De bachelor-opleiding behoort zowel kwalificatie te bieden voor de arbeidsmarkt als de mogelijkheid om door te stromen naar een master- en/of PhD-opleiding.
Europa biedt geen concurrentie
Dit nieuwe hoger Europese onderwijssysteem wordt o.a. gecreëerd om de mobiliteit en de tewerkstelbaarheid van de Europese studenten te verhogen. Hiermee moet ook de concurrentiepositie van het Europees onderwijs, vooral ten opzichte van de VS en Zuid-Oost Azië, verbeteren. Vooralsnog vertrekken meer studenten richting laatstgenoemde gebieden als er naar Europa komen. Voorts zou er ook een studiepuntensysteem worden ingevoerd zoals het ECTS (European Credit Transfer System) opdat studenten de in het buitenland behaalde studiepunten kunnen laten meetellen bij hun studie in België. Ten laatste beoogt men ook een betere samenwerking op het gebied van de kwaliteitszorg van het hoger onderwijs. Om deze doelen te bereiken is een herkenbaarder, transparanter en internationaal aantrekkelijker onderwijssysteem nodig in Europa. En dat zou voorzien zijn in het Bologna-akkoord.
Bovendien wordt gesuggereerd dat de kosten voor een master-opleiding aan de studenten zelf toekomen.
Haken en ogen, dus protest
Hoewel de intentie van de inmiddels fameuze verklaring zeer juist lijkt te zijn, zitten er nogal wat haken en ogen aan het plan. Studenten uit Brussel hebben dan ook al meermaals geprotesteerd tegen het Bologna-akkoord.Vele studenten vragen zich af hoe de kwaliteit van het onderwijs kan worden gewaarborgd bij opleidingen die maar 3 jaar duren. Ook de beroepsgerichtheid (“het klaarstomen voor de arbeidsmarkt”) van het nieuwe systeem wordt bekritiseerd. Bovendien wordt gesuggereerd dat de kosten voor een master-opleiding aan de studenten zelf toekomen. Dit gebeurt uit de bizarre redenatie dat studenten die een master hebben behaald een hogere positie op de arbeidsmarkt zullen innemen en daardoor de kosten voor de opleiding kunnen opvangen. Naast deze punten van kritiek blijkt ook het ook nog niet duidelijk binnen welk kader het onderwijssysteem moet worden aangepast. Landen zijn hiervoor zelf verantwoordelijk en België werkt dan ook momenteel aan een wettelijk kader. Toch zou het nieuwe onderwijssysteem al in rond 2004 moeten worden ingevoerd. Het is echter al onzekerheid wat de klok slaat. De voorontwerpen van decreet spreken uitspraken van de minister tegen, en de universiteiten interpreteren dat dan maar op hun manier. De vraag blijft dus: hoe gaan ze dit klaarspelen? Niemand die het echt weet.
De UA biedt op haar website onderdak aan een uitgebreide verzameling zeer actuele documenten in verband met Bolgona in Vlaanderen, de Lage Landen en Europa.