Clara Hermans
Hugo Claus’ debuutroman over de familieclan Metsiers is geboren in het theater. U zal deze wolk van een baby spoedig kunnen gaan bewonderen in uw favoriete DEStudio op 12 en 13 maart. Zij het uit oncontroleerbare nieuwsgierigheid of als excuus om nog eens ongegeneerd de studentikoze Alma’s en facbars af te schuimen, stak ik alvast de Antwerpse grenzen over om het stuk in min of meer exotische Leuvense oorden te smaken.
Op deze dooltocht ontmoette ik de regisseur Carl von Winckelmann, een man van veel –maar geen loze- woorden. Met zijn getrouwe bewerking van De Metsiers en tevens zijn derde samenwerking met fABULEUS mag hij naast de eerste theaterversie van een roman van Claus ook een intens en tijdloos teksttheaterstuk op zijn naam zetten. Niet in het minste is hij deze verwezenlijking schatplichtig aan de zes jonge sterk acterende leeuwinnen. U zal overigens nauwelijks andere geluiden gewaar worden dan de hypnotiserende spreekstemmen van deze actrices, buiten misschien het kraken van de planken en de ademhaling of het geschuifel van uw buur; en dat een kleine twee uur lang.
Weet dus waar u zich aan mag verwachten, liefste kijkbuiskinderen, maar laat dit u er zeker niet van weerhouden te gaan kijken en te luisteren naar de woorden van Claus.
uit de Metsiersschelp
Wanneer het stuk begint, staan de actrices in een kringetje op het podium. Dit beeld doet me met gemengde gevoelens terugdenken aan een populaire clique schoolmeisjes die argwanend alle andere meisjes uitsluiten van hun diepste geheimen. “Wij tegen de rest van de wereld”. De volgende seconde spat het kringetje uiteen. De schoolmeisjes worden de Metsiers: een clan. Bennie. Ana. Jules. Mon. De Moeder. En de indringer, soldaat Jim. Als schaduwen dolen ze langs de rechtopstaande houten palen over de moerassige aarde.
[uit het stuk] Jules: “Geen troost willen vragen bij eender ander schepsel is een teken van grote reinheid en zielsvertrouwen”.
Carl De Metsiers leven op een hoeve aan de rand van het dorp. Het is niet duidelijk waarom of hoe het allemaal begonnen is, maar ze staan erg vijandig tegenover het dorp en de rest van de buitenwereld. Bovendien is het onzeker hoe de relaties van dit nieuwe samengestelde gezin zich onderling verhouden –wat doet die Jules daar bijvoorbeeld? Wel staat buiten kijf dat ze trots zijn om samen te zijn. Door die obsessie met hun eenheid, kan zelfs iemand binnen de clan ook een bedreiging vormen. Als die al te lang uit het raam kijkt bijvoorbeeld. Dat kan er namelijk op wijzen dat hij weg wil. In het boek en de voorstelling staat die constante bedreiging en angst om die eenheid te verliezen centraal. Je kan het vergelijken met het glas dat ik hier in mijn handen heb. Je kan tegen jezelf blijven zeggen: ‘ik mag dit glas niet kapot nijpen’, waarop je harder zal beginnen nijpen en het glas uiteindelijk breekt.
alle meisjes en Carl aan de macht
In de artiestenfoyer van OPEK ontmoet ik ook actrices Judith Engelen (Ana) en Noa Bromley (De Moeder). “Het is voor een interview. Doen jullie mee?”, vraagt Carl op zulke ongedwongen en speelse manier aan de meisjes dat het interview onvermijdelijk, maar gezellig ontspoort in een quartet. Die speelsheid en ongedwongenheid van Carl verklaart ook waarom zijn actrices niet anders konden dan blindelings meestappen in zijn wondere toneelwereld; en hopelijk nog voor lang. Carl en zijn spelers zijn een familie, maar warmer, knusser en vooral vrijer dan de Metsiers.
Waarom koos je voor zes actrices en geen zes acteurs?
Carl (denkt na) De ontstaansgeschiedenis van de voorstelling is gewoon complex. Ik zocht eerst spelers voor A Streetcar named Desire van Tennessee Williams. Tijdens de tweede ronde van die audities besloot ik plots om de voorstelling alleen met meisjes te doen. Wegens auteursrechten kon die dan uiteindelijk niet doorgaan en moest ik dus op zoek naar ander materiaal. Zo ben ik bij de Metsiers uitgekomen, een boek dat ik vroeger al eens had gelezen. In feite had ik nu mijn zes actrices al uitgekozen en wilde hen gewoon niet meer kwijt… Waarom dan geen zes jongens? Het voordeel van meisjes is dat je alles naar een verder niveau van abstractie kan trekken. Als kijker heb je sowieso de neiging om te categoriseren. Door met zes meisjes te spelen vallen vooroordelen weg en word je dus als kijker gedwongen om meer naar het gedrag op zich te kijken.
Noa Meisjes zijn ook kwetsbaarder en denken meer na. Naar mijn gevoel zou het anders zijn geweest als zes jongens meisjes spelen, want dat gaat sneller op een parodie lijken. Meisjes die jongens spelen is veel krachtiger.
Carl Meisjes zijn op de één of andere manier dus neutraler als mens.
Zijn vrouwen ook niet meer inspirerend voor een regisseur?
Carl Vrouwen zijn sowieso leuker. Die keuze voor alleen maar vrouwen is erg intuïtief en moeilijk uit te leggen. Dat ik tijdens de audities van A Streetcar named Desire koos voor meisjes, was louter een gevoelsmatige beslissing.
Voor Claus is de vrouw natuurlijk ook erg belangrijk, zeker zijn verhouding met De Moeder. In gedichten schreef hij ook over haar: “Ik ben niet, ik ben niet dan in uw aarde.”. Noa, hoe benader je als actrice zo’n complex oerfiguur als De Moeder?
Noa Ik zie haar als de beschermelinge van haar kinderen, als de stevigheid. Ze gaat misschien soms te ver in dat beschermen, maar zij blijft denken dat zij dat goed doet. Het feit dat zij geen andere naam in het boek krijgt dan ‘De Moeder’ zegt vooral hoe belangrijk die kinderen voor haar zijn. Als de kinderen weg zijn is zij niet meer ‘De Moeder’.
Die andere dominante figuur is Bennie die Claus in zijn boek ‘de meester der Metsiers’ noemt? Vindt de moeder het ergerlijk dat Bennie soms meer aandacht krijgt dan zij?
Noa Nee, dat denk ik niet. Bennie is de erfgenaam. De Moeder beschermt hem omdat het haar kind is.
Judith De Moeder zegt ook dingen als: ‘Jules zou moorden voor jou plegen’ en ‘Ana houdt meer van jou dan wie dan ook’.
Noa Eigenlijk zorgt iedereen inderdaad voor hem, omdat hij zo onschuldig en onwetend is.
rebelse klassiekheid
Mag ik deze klassieke tekstuele voorstelling old school noemen? De Metsiers druist namelijk in tegen wat er tegenwoordig wordt gecreëerd in het theater, zoals grote experimentele video-installaties en dergelijke. Of is het eerder een act van rebellie tegen die nieuwe tendensen?
Carl Het uitgangspunt is inderdaad de tekst van Claus en wat de spelers ermee doen. In de voorstelling zitten letterlijk geen woorden die niet van hem zijn. Het is erg beeldend, ook al gebeurt er niet veel. Alles van de wereld en omgeving ontstaat uit de beschrijvingen en interpretaties van de spelers. Het decor wordt dus opgebouwd met de woorden van de personages. De roman bestaat nu eenmaal uit opeenvolgingen van uitgesproken gedachten en is een pure stream of consciousness. Uiteindelijk heb je ook geen idee meer wat echt is en wat niet. Alles is perceptie. Daarom koos ik om een toneelstuk te maken met alleen die verfijnde taal van Claus. Als toeschouwer kan je daarmee aan de slag gaan, want iedereen kijkt anders naar de personages. Neem nu het personage Vette Smelders: sommigen zien een vieze oude vijftiger voor zich als ze over hem lezen, anderen zien een hitsige jongeman.
Judith Bijvoorbeeld ook de scène met Ana en Madame Sassen. Madame Sassen is niet aanwezig, maar Ana herleeft die ervaring alsof ze wel aanwezig is. Ze verbeeldt hoe ze haar stem hoort en interpreteert die gebeurtenis voor het publiek. Dat is dan Ana’s perceptie op dat personage en het publiek zal in feite nooit weten of dat de waarheid is, of Madame Sassen daadwerkelijk zo is. Het boek heeft natuurlijk meer dan zes personages, maar op toneel tonen we er maar zes. We kennen de niet-aanwezige personages door wat de andere personages over hen vertellen.
verliefd op de voorstelling
Carl, waarom ga jij telkens weer op zoek naar alledaagsheid –wat je duidelijk opnieuw zoekt en vindt in De Metsiers?
Carl Details zijn niet zomaar details. Op een begrafenis zal je nooit huilen om het gegeven ‘hij is dood’, want voor een mens is de dood te groot om te vatten. Je zal eerder beginnen huilen door een blik van iemand, een liedje of de foto die scheef staat op de kist. Ik ben vooral geïnteresseerd in mensen en hun gedrag. Niet als psycholoog, want ik observeer eerder dan ik analyseer. Als regisseur moet je je acteurs opvangen, maar ik kan met mijn shit ook bij hen terecht hoor (lacht).
Hoe kan je als maker alles op één idee zetten met de gedachte dat het kan uitgroeien tot oprechte kunst, tot bijvoorbeeld deze volwaardige voorstelling?
Carl Dat is wederom erg intuïtief en gevoelsmatig. Ik kan dat heb beste vergelijken met het gevoel dat je hebt met je lief. Over echte verliefdheid denk je niet na. Je moet weten dat je heel je leven met je lief wil verdergaan, want dat zit goed en je wil aan de relatie blijven werken. Zo is dat ook bij mijn projecten. Je moet verliefd worden op wat je doet.
Heb je al nieuwe ideeën voor volgende projecten om verliefd op te worden?
Carl Ik neem in ieder geval geen sabbatjaar. Ik heb heel veel zin om heel snel en heel veel achter elkaar te maken. Met deze voorstelling ben ik veel dingen tegengekomen die ik verder wil uitzoeken. Ik ben geïnteresseerd in een soort opgeblazen realisme dat niet karikaturaal is. Deze actrices spelen ook niet normaal en ik heb daar erg op aangestuurd om niet normaal te spelen. Dat is wat ik voor mezelf verder wil uitzoeken. Ik heb heel hard het gevoel dat een groot deel van mijn esthetiek als maker eigenlijk ligt op de manier waarop ik mensen laat spelen. Een ideaal scenario zou zijn –zonder rekening te houden met de financiën uiteraard- om met een aantal spelers verder te spelen voor twee jaar en om dat principe verder te verfijnen. Ik heb na deze voorstelling het overheersende gevoel dat ik op een weg ben gekomen. Ik weet niet naar waar die leidt, maar ik ga hem gevoelsmatig volgen.
Mag ik noteren dat je een enorme gevoelsmens bent?
Carl Pas op, ik heb dat gevoelsmatige heel hard gesaboteerd bij mezelf, want van nature ben ik heel rationeel. Ik wil een over-beredeneerde regie echt vermijden. Ik merk dat ik bij het lezen van boeken erg wordt tegengewerkt als maker door die ratio.
Geldt dat ook voor jullie acteren: niet te veel denken, maar doen?
Noa Het is inderdaad belangrijk om in het moment te spelen. Omdat we veel stilstaan in dit stuk, had ik vaak de neiging om op voorhand al hard na te denken over ‘hoe ga ik dit en dat zeggen?’, maar nee, je moet in dat moment zijn, als andere spelers iets tegen je zeggen moet je daar staan en reageren.
Judith dat is waar Carl ook op aanstuurde. Vaak als hij tegen me zei ‘vandaag was het wat minder’ dan kwam dat vaak omdat ik te veel aan het nadenken was. Het werkt beter als ik de dingen gewoon zeg. Aangezien we al zo vaak gerepeteerd hebben, weet ik wel wat ik moet doen en wat werkt. Ik moet het gewoon doen. Bijvoorbeeld als je kijkt naar je tegenspeler moet je ook echt kijken en kijken hoe zij kijkt. Niet gewoon staren in de leegte.
Noa We zitten een uur en drie kwartier in opperconcentratie. Achteraf zijn we echt allemaal leeg gespeeld. Dan hebben we een moment nodig om te recupereren. Na de voorstelling ben ik precies altijd iemand anders. Ik zeg niet dat ik echt de moeder word, maar het is gewoon alsof je in een zwart gat valt.
Carl Je valt in hetzelfde zwarte gat als dat je een avondje heel hard gefuifd hebt en je tijdsbesef compleet is verwrongen. Wanneer je dan buitenkomt en het al licht is, verschiet je van dat licht.
Judith ik kreeg een SMS van een vriend na de eerste voorstelling waarin stond: ‘was je eigenlijk zelf wel tevreden, want je zag er nogal sip uit tijdens het buigen?’ (lacht). Het is gewoon moeilijk om die klik te maken meteen na de voorstelling.
De toeschouwer is na de voorstelling even hard uit zijn lood geslagen als de actrices zelf. Het is alsof je uit een land komt waar tijd nooit heeft bestaan. Ik kijk op de klok en kan gelukkig nog klok lezen. Het is tien uur ’s avonds. Tijd om de trein naar Antwerpen te nemen of om Leuven verder te verkennen.
De Metsiers speelt op 12 en 13 maart in DEStudio. Tickets te bestellen via de site www.destudio.com