Bologna-interviews

02/05/2009
🖋: 
Auteur extern
Hannah Demol & Roel Moeurs

David Lammy, minister van Hoger Onderwijs, Verenigd Koninkrijk

Als er één ding is dat u verwezenlijkt wil zien uit de Bolognaverklaringen, wat zou het dan zijn?

David Lammy Gezien de huidige economische omstandigheden is werkgelegenheid enorm belangrijk. We moeten ervoor zorgen dat onze hogeronderwijsinstellingen goed samenwerken met de zakenwereld en met de werkgevers in het bijzonder. De instellingen moeten de studenten voorbereiden om de arbeidsmarkt te betreden wanneer ze de universiteit verlaten.

 

Blijft er dan nog ruimte voor fundamenteel onderzoek aan de universiteiten?

Lammy Ja, natuurlijk. Fundamenteel onderzoek is de basis van al het onderzoek. Ik wil zowel fundamenteel als toegepast onderzoek zien aan de universiteiten.

 

Wat vindt u van de studentenprotesten in België tegen de stijgende studiekosten? Die zijn hier in vergelijking met het Verenigd Koninkrijk nog zeer laag.

Lammy Het zou niet juist zijn om commentaar te geven op de Belgische situatie. Ik wil wel zeggen dat we in Engeland een maximumbedrag van 3.000 pond (3.350 euro, nvdr.) hebben gesteld voor de inschrijvingsgelden. Als je eerlijk bent moet je toegeven dat er grote verschillen zijn in studiekosten, niet enkel tussen instellingen, maar ook tussen opleidingen. Een medische opleiding kost bijvoorbeeld veel meer dan een opleiding humane wetenschappen. Natuurlijk zijn er grote verschillen tussen de Europese landen, maar ik vind dat deze landen zelf moeten kunnen beslissen wat ze doen inzake studiekost en studiefinanciering.

Ik ben blij dat dit communiqué het publiek (openbaar toegankelijk, nvdr.) onderwijs voorop stelt en als de hoeksteen van het hoger onderwijs beschouwt. We moeten als Europese universiteiten en hogeronderwijsinstellingen echter wel sterk kunnen staan tegenover onze Amerikaanse tegenhangers en hiervoor moeten we alternatieve vormen van inkomsten zoeken.

 

Dr. Jan Sadlek, Director UNESCO-European Centre for Higher Education (UNESCO-CEPES)

Wat is de rol van UNESCO op deze conferentie?

Jan Sadlek Als niet-politieke organisatie zijn we geen rechtstreekse speler in het Bolognaproces, maar wij hebben een grote hoeveelheid kennis en ervaring over deze materie opgebouwd en deze stellen wij dan ook ter beschikking van de conferentie. De onderzoeksresultaten die wij kunnen voorleggen, voornamelijk op het vlak van de kwaliteit van het hoger onderwijs, worden dan ook veelvuldig gebruikt voor de inhoudelijke discussies. Daarbuiten onderzoeken wij ook de invloed en samenwerking van het Bolognaproces op andere regio’s zoals Afrika, Latijns-Amerika en Azië.

 

Als er één ding is dat u verwezenlijkt wil zien uit de Bolognaverklaringen, wat zou het dan zijn?

Sadlek Volgens mij moet er nu vooral tot de praktische uitwerking overgegaan worden. Dit is niet meer het moment voor grote ideeën, maar voor implementatie en consolidatie. Daarom is de nadruk die wij leggen op kwaliteitszorg zo belangrijk.

Ook werkgelegenheid is cruciaal. Het is heel leuk om een intellectueel gesprek te kunnen voeren met een filosoof, maar dat is niet waar de belastingbetaler voor tekent. We moeten ons bewust zijn van het feit dat niet alle afgestudeerden een academische carrière kunnen beginnen.

 

François Biltgen, minister van Hoger Onderwijs, Groothertogdom Luxemburg

Als er één ding is dat u verwezenlijkt wil zien uit de Bolognaverklaringen, wat zou het dan zijn?

François Biltgen Mobiliteit is absoluut het belangrijkste deel van het Bolognaproces. Al sinds de middeleeuwen is er in Europa een grote mobiliteit, al waren er toen geen auto’s of vliegtuigen. Die mobiliteit was zeer nuttig voor de culturele en individuele ontwikkeling. Mobiliteit zal ons ook helpen om wetenschappelijke topkennis op te bouwen.

 

Het Leuven-communiqué bevat ambitieuze doelstellingen wat betreft mobiliteit. Bent u van plan om een verhoging van het Erasmusbudget te vragen?

Biltgen Het budget voor Erasmusprogramma’s is de laatste jaren al wel vergroot. Toen het project opgestart werd, waren vele mensen er niet gelukkig mee, maar nu spreekt iedereen over Erasmus. Het is een groot succes en dat moet zo blijven. Mobiliteit gaat echter verder dan Erasmus. We moeten een netwerk tussen de universiteiten creëren. Het gaat er niet enkel om studenten een vakantie te geven van een half jaar, we moeten ze ook in staat stellen opleidingen te combineren. Daarom moeten universiteiten deze mobiliteit ook begeleiden en organiseren. In Luxemburg hebben we sinds 2003 een regeling waarbij alle studenten zes maanden verplicht naar het buitenland moeten gaan. Niet alle studenten zijn hier zo blij mee, maar persoonlijk denk ik dat het een goed systeem is. Studenten moeten zien hoe andere universiteiten werken en hoe andere culturen en landen in elkaar zitten.

 

Begrijpt u de vrees van de studenten die protesteren tegen de verhoging van de studiekosten?

Biltgen Ik begrijp hun bezorgdheden – dat stellen we ook in het uiteindelijke communiqué – maar ik vind niet dat ze gegrond zijn. Een van de grootste discussiepunten op deze conferentie ging over de sociale dimensie. We moeten duidelijk maken dat het hoger onderwijs openstaat voor iedereen, ongeacht de sociale achtergrond.

 

Wat is voor u het belangrijkste punt waar Bologna zich in de komende tien jaar over moet buigen?

Biltgen Dat is moeilijk te zeggen: Bologna is nooit af. We hebben al veel bereikt de afgelopen tien jaar, maar nu moeten we onze doelstellingen bevestigen. We moeten ervoor zorgen dat de sociale dimensie en de werkgelegenheid vergroot worden. Het laatste grote punt dat in de toekomst besproken zal moeten worden is de internationale dimensie. Kortom, we moeten leven geven aan het Bolognaproces.

 

Ronald Plasterk, minister van Onderwijs, Nederland

Als er één ding is dat u verwezenlijkt wil zien uit de Bolognaverklaringen, wat zou het dan zijn?

Ronald Plasterk Mobiliteit. Studenten moeten kunnen overwegen om naar het buitenland te gaan. Ze moeten het niet doen, ze kunnen ook zeggen: “Nou, ik vind het goed zoals het hier is”, maar ze moeten de mogelijkheden hebben om een deel van hun studie in het buitenland te doen.

 

Hoe moet dit concreet verwezenlijkt worden? Zijn er al plannen?

Plasterk Er zijn al veel concrete plannen. Diploma’s worden bijvoorbeeld al in heel Europa – idealiter – erkend.

 

Begrijpt u de vrees voor stijgende studiekosten van protesterende studenten?

Plasterk Ik zie de relatie niet met het onderwerp waar we het nu binnen Bologna over hebben. Ik denk dat het toenemen van mobiliteit goed is. Daarnaast is er in verscheidene landen discussie over de stijging van de collegegelden, die verschillen per land. Veel landen hebben echter sociale systemen, zoals kinderbijslag, die studenten ondersteunen, maar dit alles heeft eigenlijk niets te maken met wat er hier besproken wordt.

 

Wat heeft er voorrang: inspraak van studenten of van de zakenwereld?

Plasterk Ik ben niet voor meer inspraak van de zakenwereld. Ik denk dat het soms in het belang van de studenten is dat een opleiding goed aansluit op wat ze daarna willen doen. Dat kan via de overheid, of via het onderwijs. Ik vind niet dat je universitaire studies moet degraderen tot alleen maar een toeleveringsmachine voor bedrijven. De inspraak van de zakenwereld staat los van studenteninspraak. Ik denk dat studenteninspraak zeer belangrijk is. Je doet het uiteindelijk voor de studenten, dus dan is het ook logisch om hen erbij te betrekken.

 

Wat vindt u van de vooruitgang van het Bolognaproces?

Plasterk Er is al enorm veel gebeurd. Op tien jaar tijd is het toch maar gelukt om het hele bamasysteem in te voeren over heel Europa. Als je gaat kijken in sommige landen, zie je wel dat er in de praktijk nog veel moet gebeuren. Daar moeten we de komende tien jaar voor zorgen: dat de theorie in de praktijk wordt omgezet.

 

Vindt u dat er nog een plaats is voor de opvolgingsconferenties?

Plasterk Ik vind dat we het best nog om de twee jaar samenkomen.

 

Ján Figeľ, Europees commissaris voor onderwijs

Waarom is het Bolognaproces zo belangrijk?

Jan Figeľ Ik geloof dat onderwijs een manier is om uit de huidige economische crisis te raken. Studenten moeten over meer, betere en relevantere vaardigheden beschikken wanneer ze naar de arbeidsmarkt gaan. Ik geloof niet dat deze focus op werkgelegenheid een economisering van Bologna betekent, maar als maatschappij moeten we reageren tegen deze crisis. Ik ben dan ook blij met de antwoorden die de ministers hier vandaag hebben geformuleerd.

 

Moet Europa zijn eigen rankings publiceren?

Figeľ Dit ligt in de lijn van het Bolognaproces. Momenteel lezen wij enkel andere rankings. Ik denk dat in Europa iedereen het verdient om goed geïnformeerde keuzes te maken. Als wij een ranking publiceren moet deze echter wel beter uitgewerkt zijn dan de huidige alternatieven. We moeten niet naar de universiteit kijken als enkel maar een onderzoeksinstelling, maar ze ook beschouwen als een school. Verder mag de ranking niet beperkt blijven tot Europa en tot slot mag ze niet door een staat, noch door een onderwijsinstelling opgesteld worden, maar door een objectieve instantie.