paartijd

editoriaal

20/04/2017

Vorige maand schreef ik over hoe de lente niet scheen te zijn doorgedrongen. Ik heb me vergist. Niet over hoe druilerig de lente soms kan zijn, maar wel over haar grilligheid: zo schrijf ik dit op een donkere, grijze Stille Zaterdag, maar dat hoeft niet te betekenen dat de lente voor ons volgende week geen stralende zon en een aangenaam temperatuurtje in petto heeft.

 

Het feit dat er nu niemand op straat is, betekent dus niet dat je morgen niet van je sokken wordt gereden door een wielerterrorist die de verkeersregels voor de zoveelste maal aan zijn laars lapt.

 

Ik leerde dat het weer niet te voorspellen valt. Wat ik wel weet, is dat lentelucht voor kriebels zorgt. Want zoals de Bloodhound Gang het uitdrukt: you and me, baby, ain’t nothing but mammals. En iedereen weet dat zoogdieren in de lente een beetje extra ‘contact’ nodig hebben *wink-wink, nudge-nudge*. Uitgedost in onze mooiste jurkjes/shorts/hemdjes/topjes en gloednieuwe spierwitte sneakers beginnen we aan de paringsdans (p. 32). Vind je die assistent of professor in de aula extra aantrekkelijk? Of eerder die mooie student(e) die altijd maar naar je staart in de bibliotheek? Of misschien gaat die leuke schacht eindelijk op je avances in?

 

In de lente weet je maar nooit! Maar in het heetst van de paartijd vergeten we soms dat we onszelf en onze partner moeten beschermen (p. 4). Kort samengevat: wie op jacht gaat in een van de laatste overgebleven studentencafés van Antwerpen, kan maar beter een hoesje meenemen (p. 10). Want, zoals iedereen zou moeten weten, “Met Durex rond de knuppel, verlies je geen druppel!”