Naar verluidt zoekt een kleine groep studenten wel eens toevlucht tot psychostimulantia; pilletjes om harder te feesten, sneller af te vallen of beter te studeren. Bezint eer ge er deze examenperiode aan begint. dwars duikt in de wereld van methylfenidaat, het actieve bestanddeel van Rilatine®. Wij wonnen informatie in bij occasionele slikkers en professor Sociale Geneeskunde Guido Van Hal. We werden even voor dealer aanzien, maar bleken toch geloofwaardiger als proefkonijn.
Dat Rilatine® populair is in België, is een understatement. Tussen 1991 en 2007 steeg het aantal verkochte verpakkingen van 34.000 naar 650.000. Tussen 2007 en 2011 nam het aantal kinderen en jongeren dat ermee behandeld werd, toe met 33 procent. In een jaarverslag van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) wordt Rilatine® een typisch tienermedicijn genoemd, net als "middelen tegen acne". Het gaat hier om geoorloofd gebruik, dus na consultatie en op voorschrift. Er bestaat desalniettemin onvrede over de enorme toename van AD(H)D-diagnoses en de behandeling ervan. Volgens critici gaat het om medicalisering van gedrag eigen aan de kindertijd, waarvoor geen ruimte is in het haastige leven van ouders en leerkrachten. Het label 'Attention Deficit Hyperactivity Disorder’ wordt veel te duchtig geplakt.
Maya en ‘Frank’
Maya Detiège, Kamerlid voor sp.a en actief rond gezondheidsthema’s, wijst er op dat de studenten die een paar jaar geleden aan hogere studies begonnen, het geneesmiddel kennen van vroeger. De drempel voor niet-medicinaal gebruik ligt daardoor lager en studenten zouden het elkaar vlotjes aanraden. Een korte rondvraag op de redactie leert dat Rilatine® of Concerta® (dezelfde werkzame stof maar met een vertraagde afgave) inderdaad in de strijd gegooid worden tegen kwalen eigen aan de studententijd. Zo goed als iedereen kent iemand die het gebruikt(e) zonder ADHD te hebben. Effectieve getuigen vinden, blijkt minder vanzelfsprekend. Iemand is bang de dokter die het voorgeschreven heeft in de problemen te brengen, een tweede vraagt “zeker de studierichting niet te vermelden”. Dat er nogal een geheimzinnig sfeertje rond de pillen hangt, merk ik ook online. Iemand zoekt een dealer via Spotted UA, de Facebookpagina die amoureuze doeleinden hoort te dienen. De persoon achter waarisrila@hotmail.com zet zijn naam tussen aanhalingstekens en mailt niet meer terug wanneer ik meld geen ‘nuttige contacten’ te hebben.
De cijfers (bis)
Is niet-medicinaal gebruik echt zo wijdverspreid? Moeten we reportages geloven waarin het lijkt alsof de bibliotheken vol met pillenpakkers zitten, zoals die van Koppen in januari 2010? Een rapport uit 2011, over middelengebruik bij studenten van de Antwerpse en Gentse associaties (alle universiteiten en hogescholen) maakt duidelijk dat het al bij al meevalt. 6,9 procent van de ondervraagden gebruikte ooit stimulerende medicatie en 4,3 procent geeft aan ook het afgelopen jaar iets te hebben genomen. Opvallend is dat er veel meer gebruikt wordt tijdens examenperiodes en dat jongens en kotstudenten beter vertegenwoordigd zijn in de gebruikende groep dan meisjes en studenten die nog thuis wonen. Professor Guido Van Hal, medisch socioloog aan deze universiteit en voorzitter van het Universitair Wetenschappelijk Instituut voor Drugproblemen (UWiD) is initiatiefnemer van deze vierjaarlijkse studie en stond ons te woord.
Een gezonde levenswijze is een betere garantie op een succesvolle blok
Rilatinegebruikers zijn vaak polygebruikers, hoe moet de studentenbegeleiding daar mee omgaan?
Guido Van Hal Er zijn wel wat mogelijkheden op de universiteit. Zo is er bijvoorbeeld Psynet (een functioneel samenwerkingsverband van alle studentenbegeleiders en psychologen die actief zijn binnen de AUHA, nvdr.). Vaak zitten studenten die beroep doen op deze middelen mentaal in de knoei. Hun gebruik heeft oorzaken waar dan via psychologische begeleiding aan gewerkt kan worden. In het middelbaar is het beleid rond middelengebruik overigens veel beter. Daar werken ze met lespakketten aangeleverd door het VAD, de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen. Eens ze achttien geworden zijn, is er geen beleid meer. Men schijnt te denken dat dit op de unief minder nodig is maar het tegendeel is bewezen. Er is een kleine groep waarvoor een beter uitgewerkt drug- en alcoholbeleid goed zou zijn.
Wat is uw visie als medisch socioloog op Rilatine®gebruik door studenten?
Van Hal Geneesmiddelen moeten gebruikt worden waarvoor ze dienen. Rilatine® nemen kan dus als er een medische indicatie voor is. Het is sowieso geen goed idee producten te nemen zonder voorschrift. Vaak komen studenten via internet aan pillen zonder te weten wat de samenstelling is. Indien men er via de zwarte markt aan komt, blijft het gevaarlijk want zelf doseren is moeilijk. De werking is amfetamine-achtig: eerst stimulerend maar achteraf draag je de gevolgen. Bovendien is het niet bewezen dat je er effectief beter door zou studeren (blijkt ook uit een experiment in het één-programma ‘ook getest op mensen’ van februari 2011, nvdr.). Je kan veel beter een gezonde levenswijze aanhouden: bewegen, op tijd rust nemen, gezond eten en voldoende slapen. Een veel betere garantie op een succesvolle blokperiode.
Getuigenissen
Ik heb een examenreeks of twee ‘gedaan op’ Rilatine®. Ik hield leerstof niet bij en blokte dan enorme hoeveelheden tijdens examens. Via vrienden van een kotgenote kwam ik eraan en in het begin namen we het vooral samen. Het effect kwam snel, ik werd er rustig van en de hogere concentratie uitte zich vooral fysiek. Ik begon te staren, knipperde minder met mijn ogen en werd echt in de leerstof gezogen. Ik had goesting om te studeren maar het nadeel was dat ik alles te grondig wilde doen. Misschien ben ik iets onrustiger dan mijn kotgenote, want zij werd er hyper van en kreeg meer het speed-effect. (Waar Rilatine bij ADHD-patiënten in de juiste dosis veelal een verzachtend effect heeft op hyperactiviteit, kan het omgekeerd werken bij niet-ADHD’ers, nvdr.) Ik herinner me ook nog dat ik heel veel sms’en van vrienden kreeg, die vroegen om te delen. In mijn master besefte ik dat ik misschien niet meer zonder zou kunnen en van de ene op de andere dag ben ik ermee opgehouden.
Mijn mama was tegen het ADHD-etiket
Bij een huisarts waarvan algemeen geweten was dat die makkelijk voorschrijft, geraakte ik eraan. Ik ben eigenlijk een vlotte student maar op een bepaald moment was ik niet overtuigd van eigen kunnen: bang om te buizen en druk door de hoge verwachtingen. Toen ik vrienden erover vertelde, waarschuwden die voor de neveneffecten. En dat het niet gezond was, bleek uit de bijsluiter. Toen ik nog niet op de hoogte was van de bijwerkingen, werkte het wonderlijk. Eens ik erover had gelezen, zat het in mijn hoofd en was ik bang bijvoorbeeld niet meer te kunnen slapen. Ik heb het nooit meer genomen en zou het ook niet opnieuw doen.
Mijn mama was altijd tegen het ADHD-etiket dus ik heb de diagnose nooit officieel gekregen. Dat er iets was dat studeren bemoeilijkte, was wel duidelijk. Omdat ik mijn diploma van het secundair via de middenjury haalde, had ik eigenlijk nooit klassiek onderwijs gevolgd voor ik hogere studies aanvatte. Ik ben op mijn eentje begonnen met Rilatine® maar zocht begeleiding van een psychiater om de bijwerkingen onder controle te krijgen. Het heeft echt 24 op 24 invloed. Ik kan het niet nemen als ik ’s avonds nog op café wil: het verandert mijn sociale vaardigheden. Als ik het een maand aan een stuk neemt, verzwak ik helemaal. Ik moet dan gecontroleerd eten want mijn eetlust verdwijnt. Nu neem ik het soms nog als ik lang met de auto moet rijden of een voorstelling bijwoon waarbij concentratie vereist is.
Een psycholoog had mij met ‘concentratie-issues’ gediagnosticeerd. Bij het begin van mijn studies had ik er echt nood aan, want ik had in het lager en het middelbaar niet echt moeten studeren om te slagen. Het werkte niet altijd maar de irritatie die ik tot dan toe voelde wanneer ik afgeleid was, viel weg. Mijn punten gingen gemiddeld ook omhoog maar ik besef dat het evengoed het psychologische effect kan zijn en niet de rechtstreekse werking. Nu probeer ik te studeren met minder stress en tijdsnood, waardoor het zonder medicatie ook lukt.
Een dagje doping
Uit nieuwsgierigheid en omdat het thesistempo best wat opgekrikt mocht worden, nam ik er ook eentje – onder begeleiding. Niets wereldschokkends, zeker geen aanrader.
09u30: inname, rustig plekje in de bib
10u00: 1 sms en 2 mails verstuurd, niet thesisgerelateerd, al mijn nagels grondig geïnspecteerd
10u11: wakkerder dan anders nochtans geen koffie bij ontbijt
10u28: 3 sms’en en 2 facebookberichten later, geen spoor van extra concentratie
11u00: lichtjes misselijk, veel dorst
11u18: misselijkheid, neigend naar wagenziekte
11u50: net of ik op een bochtig baantje rijdt tijdens een autovakantie in Frankrijk, besef dat ik toch beter Touristil had ingenomen
12u07: totaal geen honger, nog steeds veel dorst
14u00: 1,5 liter water later
16u00: filmpjes kijken Konzentration, wo bist du?
17u00: ik verlaat de bib niet bijster veel verder geraakt vandaag
19u00: sporten gaat vlot(ter?)
22u00: interview uittypen, gaat niet vlotter
00u00-05u00: slecht, heel slecht geslapen
Professor Guido Van Hal en collega’s komen binnenkort met een derde volume van ‘In hogere sferen? Een onderzoek naar het middelengebruik bij Vlaamse studenten’. Bij studiemoeilijkheden en persoonlijke problemen kan je terecht bij het STudentenInformatiePunt.